5. is van oordeel dat ter bestrijding van cybergrooming verdere stappen moeten worden ondernomen en dat de Commissie, samen met de lidstaten en het maatschappelijk middenveld, waaronder leraren en kinder- en jongerenorganisaties, een actieve rol moet vervullen bij het vergroten van de bewustwording over deze kwestie middels het vaststellen van richtsnoeren, de uitwisseling van beste praktijken en het opzetten van sociale platformen voor de samenwerking en uitwisseling van informatie op dit vlak;
5. estime que des mesures supplémentaires doivent être prises pour lutter contre le grooming en ligne, et que la Commission, en collaboration avec les États membres et la société civile, y compris les enseignants et les organes représentant les enfants et les jeunes, doit jouer un rôle actif dans la sensibilisation à cette question au moyen de lignes directrices définies, de l'échange de bonnes pratiques et de la mise en place de plateformes sociales pour la coopération et l'échange d'informations sur cette question;