2.1. Op 24 maart 2000 besliste de commissie voor de Comptabiliteit van de Kamer van volksvertegenwoordigers haar bevoegdheid uit te breiden tot de « begroting en de rekeningen van het Arbitragehof », ook al werd door de voorzitter beklemtoond dat « het Arbitragehof tot geen enkele van de drie klassieke Staatsmachten kan worden gerekend » (ibid., nr. 50-693/001, blz. 4).
2.1. Le 24 mars 2000, la Commission de la comptabilité de la Chambre des représentants a décidé d'étendre sa compétence au « budget et comptes de la Cour d'arbitrage », même si le président a souligné que « la Cour d'arbitrage ne relève d'aucun des trois pouvoirs classiques de l'État » (ibid., nº 50-693/001, p. 4).