De mogelijkheid waarin de uitvoerende macht volgens de wet moet voorzien om a posteriori een akkoord te verkrijgen omtrent akten gesloten tussen 31 maart 1993 en de dag waarop het besluit bedoeld in artikel 23, § 4, van de wet van 22 juli 1993 in werking treedt, kan dat bezwaar niet wegnemen.
La possibilité, que le pouvoir exécutif devait prévoir en vertu de la loi, de demander un accord a posteriori pour les actes accomplis entre le 31 mars 1993 et le jour de l'entrée en vigueur de l'arrêté visé à l'article 23, § 4, de la loi du 22 juillet 1993 ne saurait faire disparaître cette objection.