« 1° Indien de in § 1 bedoelde opsporingstest een twijfelachtig of een positief resul
taat heeft dat niet bevestigd wordt door één van de in artikel 2, punt 3°, bedoelde labor
atoriumonderzoeken, worden de herka
uwers minder dan 30 maanden oud, die geboren zijn tijdens de periode van twaalf maanden vóór en twaalf maanden na de geboorte van de herkauwer verdacht van O.S.E. en die gehouden werden in dezelfde bedrijven als de bedoelde herkauwer tijdens zijn eerste jaar, onder be
...[+++]warend beslag geplaatst in het bedrijf waar ze zich bevinden tot ze 30 maanden oud zijn.
« 1° Lorsque le test de dépistage repris au § 1donne un résultat douteux ou positif qui n'est pas confirmé par l'un des examens de laboratoire repris à l'article 2, point 3°, les ruminants de moins de 30 mois, qui sont nés pendant la période comprise entre les douze mois qui précèdent et les douze mois qui suivent la naissance du ruminant suspect d'E.S.T. et qui ont été détenus dans les mêmes exploitations que ledit ruminant pendant sa première année, sont mis sous saisie conservatoire dans l'exploitation où ils se trouvent jusqu'à ce qu'ils atteignent l'âge de 30 mois.