Als de aanvraag voor de tegemoetkoming meer dan twaalf maanden na het verlopen van de wachttijd van drie maanden, vermeld in artikel 7, § 1 of § 2, wordt ingediend, dan vervalt het recht op een tegemoetkoming voor de periode die overeenstemt met de periode dat de aanvrager zijn aanvraag te laat ingediend heeft.
Lorsque la demande d'intervention est introduite plus de douze mois après l'écoulement de la période d'attente de trois mois, visée à l'article 7, §§ 1 ou 2, le droit à une intervention échoit pour la période correspondant à la période que le demandeur a introduit en retard sa demande.