Traduction de «maakt tussen materiële en instrumentele voorbehouden aangelegenheden » (Néerlandais → Français) :

De regering vraagt zich af waarom de Raad van State dat onderscheid tussen materiële en instrumentele bevoegdheden maakt.
Le gouvernement s'interroge sur les raisons qui ont amené le Conseil d'État à faire cette distinction entre, d'une part, les compétences matérielles et les compétences instrumentales.

De Ministerraad is van oordeel dat het onderscheid dat de Raad van State maakt tussen materiële en instrumentele voorbehouden aangelegenheden geen steun vindt in de Grondwet of in de rechtspraak van het Arbitragehof en derhalve tijdens de parlementaire voorbereiding terecht als een zuiver doctrinair verzinsel werd aangemerkt.
Le Conseil des ministres estime que la distinction faite par le Conseil d'Etat entre compétences matérielles réservées et compétences instrumentales réservées ne trouve de fondement ni dans la Constitution ni dans la jurisprudence de la Cour d'arbitrage et que c'est dès lors à juste titre qu'elle a été qualifiée de pure invention de la doctrine au cours des travaux préparatoires.

Gelet op de algemene machtiging van de bijzondere wetgever in artikel 39 van de Grondwet om de gewestbevoegdheden te bepalen, zou er dienaangaande geen grond zijn om een onderscheid te maken tussen materiële en instrumentele voorbehouden aangelegenheden.
Compte tenu de l'habilitation générale que l'article 39 de la Constitution confère au législateur spécial en vue de déterminer les compétences régionales, il n'y aurait, en ce qui concerne celles-ci, aucun motif d'opérer une distinction entre compétences matérielles réservées et compétences instrumentales réservées.

Uit het verband dat het Hof maakt tussen deze zaken en de samengevoegde zaken met rolnummers 1317 en andere, alsmede uit enkele arresten, leidt de Ministerraad af dat het Hof voor de wetgever het recht erkent om in de aangelegenheden die hem bij de Grondwet zijn voorbehouden, wetgevend op te treden.
Le Conseil des ministres déduit du lien, fait par la Cour entre les présentes affaires et les affaires jointes portant les numéros 1317 et autres du rôle, ainsi que de quelques arrêts, que la Cour reconnaît le droit au législateur de légiférer dans les matières qui lui sont réservées par la Constitution.