61. beschouwt een grotere mobiliteit van onderzoekers, op zowel korte als lange termijn, over nationale grenzen en tussen universiteiten en het bedrijfsleven, met inachtneming van het niet-discriminatiebeginsel, als onmisbaar voor een verbetering van de kennisoverdracht; verzoekt de lidstaten en de Commissie in dit verband om het bestaande wetgevende en financiële kader grondig te herzien, en om onnodige belemmeringen voor de mobiliteit weg te nemen, met bijzondere aandacht voor de erkenning van academische titels en het terugdringen van de bureaucratie; verzoekt universiteiten om het personeel meer flexibele en duale loopbanen te bieden;
61. estime qu'une plus grande mobilité de
s chercheurs, aussi bien à court terme qu'à long terme, au-delà des frontières nationales et entre universités et
entreprises, compte tenu du principe de non-discrimination, est indispensable pour renforcer le transfert des connaissances; à cet égard, invite les États membres et la Commission à réexaminer de manière approfondie le cadre juridique et financier existant et à éliminer les obstacles inutiles à la mobilité, en accordant une attention particulière à la reconnaissance des qualificati
...[+++]ons universitaires et à la réduction de la bureaucratie; invite les universités à mettre en place des carrières plus souples et bidirectionnelles pour leur personnel;