Art. 3. Het in artikel 2 bedoelde bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan het bedrag bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen (koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975), zijnde de helft van het verschil tussen het netto referentieloon en de werkloosheidsuitkering, gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de modaliteiten die van toepassing zijn op de werkloosheidsuitkeringen, en verhoogd met een percentage dat gelijk is aan het verschil
tussen de ...[+++]sectorale loonsaanpassingen ingevolge indexeringen en/of conventies en de verhoging ingevolge de aanpassingen van de sociale vergoedingen.Art. 3. Le montant de l'indemnité complémentaire visée à l'article 2 est égal à celui prévu dans la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974, conclue au sein du Conseil national du travail, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement (arrêté royal du 16 janvier 1975, Moniteur belge du 31 janvier 1975), soit la moitié de la différence entre le salaire net de référence et l'allocation de chômage, et est lié aux fluctuations de l'indice des prix à la consommation, selon les modalités applicables aux allocations de chômage, et augmenté d'un pourcentage égal à la différence entre les adapta
tions salariales sectorielles ...[+++]résultant d'indexations et/ou de conventions et l'augmentation due aux adaptations des indemnités sociales.