Traduction de «loongroei en inflatie » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

kruipende inflatie | sluipende inflatie
inflation rampante

hollende inflatie | teugelloze inflatie
inflation galopante

inflatie
inflation

inflatie [ inflatiebestrijding | inflatiepeil | stagflatie ]
inflation [ lutte contre l'inflation | stagflation | taux d'inflation ]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

De kerninflatie, waarvan de prijzen voor energie en onbewerkte voedingsmiddelen zijn uitgesloten, is daarentegen gestegen maar blijft beperkt ten gevolge van een langdurige periode van lage inflatie, zwakke loongroei en voortdurende slapheid van de arbeidsmarkt.
Quant à l'inflation sous-jacente, qui ne tient pas compte des prix de l'énergie et des denrées alimentaires non transformées, elle a augmenté mais reste modérée, ce qui est la conséquence d'une période prolongée marquée par une faiblesse de l'inflation et de la progression des salaires, ainsi que par la sous-utilisation persistante de la main-d'œuvre.

De particuliere consumptie zal getemperd worden door hoge werkloosheid, trage loongroei en inflatie alsook een hoge schuldenlast per huishouden in een aantal lidstaten.
La consommation privée sera freinée par le chômage élevé, la faible croissance des salaires et l'inflation, ainsi que par une dette élevée des ménages dans un certain nombre d'États membres.

De berekening van de pensioenverplichtingen is gesteund op het gebruik van de actuariële methode «projected unit credit» met als basishypothese: - het investeringsrendement: 8,177% (tijdreeksen van de lange-termijninterestvoeten van de Belgische overheidsobligaties over de periode 1955-1994); - de groei van de salarissen (reëel): 1,5% (reële loongroei van het Belgacompersoneel over de periode 1965-1990): - de inflatie: 3,646% (het gemiddelde van de periode 1985-1994); - de perequatie: 1%; - de sterftetabellen: MR/FR 1988-1989.
Le calcul des obligations en matière de pensions est basé sur l'utilisation de la méthode actuarielle «projected unit credit» avec comme hypothèse de base: - le taux d'escompte: 8,177% (série de périodes de taux d'intérêt à long terme des obligations de l'Etat belge pour la période 1955-1994); - la croissance des salaires (réelle): 1,5% (croissance réelle des salaires du personnel statutaire de Belgacom sur la période 1965-1990); - l'inflation: 3,646% (la moyenne de la période 1985-1994); - la péréquation: 1%; - les tables de mortalité: MR/FR 1988-1989.