Staan de opzet en het functioneren van de Unie in het teken van het streven van de Griekse filosofie naar duidelijkheid en eenvoud, en van de Griekse politieke traditie dat burgers rechtstreeks inspraak hebben in kwesties die de stadstaat aangaan, of zien wij daarentegen dat er een logge, gecentraliseerde en binnenkort achterhaalde organisatie wordt ingesteld die ogenschijnlijk bedoeld is om over bijna 500 miljoen Europeanen te regeren, maar die in de praktijk voorbijgaat aan hun onderlinge verschillen?
L’édification et le fonctionnement de l’Union sont-ils régis par l’exigence de clarté et de simplicité de la philosophie grecque et par la tradition politique hellénique de participation directe des citoyens aux affaires de la cité, ou bien assiste-t-on, au contraire, à la mise en place d’une structure lourde, centralisée, bientôt dépassée, qui prétend régir près de 500 millions d’Européens en faisant, dans la pratique, abstraction de leurs différences?
