Volgens het Hof kan een voorstelling die als in het hoofdgeding de inrichting van een verkoopruimte door middel van een ononderbroken geheel van lijnen, contouren en vormen afbeeldt, een merk vormen mits zij waren of diensten van een onderneming kan onderscheiden van die van andere ondernemingen.
La Cour estime à cet égard qu’une représentation qui, telle celle en l’espèce, visualise l’aménagement d’un espace de vente au moyen d’un ensemble continu de lignes, de contours et de formes peut constituer une marque, à condition qu’elle soit propre à distinguer les produits ou les services d’une entreprise de ceux d’autres entreprises.