De minister is een voorstander om het recht op een lijfrente te beperken tot wettelijk samenwonenden die overeenkomstig artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek een overeenkomst hebben opgesteld waarin voor de partijen is voorzien in een verplichting tot hulp die financiële gevolgen kan hebben, zelfs na de breuk.
Le ministre est partisan de réserver le droit à une rente viagère aux seuls cohabitants légaux qui, conformément à l'article 1478 du Code civil, auront établi un contrat dans lequel est prévue entre les parties une obligation de secours pouvant avoir des conséquences financières, même après la rupture.