Traduction de «lidstaten zijn weliswaar overeengekomen negen » (Néerlandais → Français) :

De lidstaten zijn weliswaar overeengekomen negen FAB's op te richten, maar in essentie blijven dit institutionele en administratieve initiatieven die nog geen concrete operationele winst opleveren.
Le gestionnaire de réseau s'est bien acquitté de ses tâches, mais ses fonctions restent limitées, notamment en ce qui concerne l’adoption de mesures correctives concrètes. Enfin, si les États membres se sont mis d'accord sur la création de neuf FAB, ceux-ci restent des initiatives essentiellement institutionnelles et administratives, qui n'apportent pas encore de gains opérationnels concrets.

De lidstaten zijn weliswaar overeengekomen negen FAB's op te richten, maar in essentie blijven dit institutionele en administratieve initiatieven die nog geen concrete operationele winst opleveren.
Enfin, si les États membres se sont mis d'accord sur la création de neuf FAB, ceux-ci restent des initiatives essentiellement institutionnelles et administratives, qui n'apportent pas encore de gains opérationnels concrets.

6. wijst erop dat structuurhervormingen op de middellange tot lange termijn weliswaar vruchten afwerpen, maar dat de noodzaak om de interne vraag in de EU te stimuleren de Commissie en de Raad ertoe noopt investeringen te stimuleren om groei en hoogwaardige werkgelegenheid op de korte termijn te ondersteunen en het potentieel op de middellange termijn te verbeteren; merkt op dat de voornaamste doelstellingen reeds zijn gedefinieerd in de Europa 2020-strategie en in het in juni 2012 overeengekomen Pact voor groei en werkgelegenheid, maar dat de financiering daarvan moet worden opgevoerd; moedigt de lidstaten daarom aan een investeringspakket op te stellen ten belope van 2% van het bbp van de EU om te komen tot een beduidende verbetering van de conjunctuur en een gezondere toestand op de arbeidsmarkt van de lidstaten, zoals verwoord in de resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 over „de bestrijding van jeugdwerkloosheid: mogelijke uitwegen” ;
6. souligne que si les réformes structurelles peuvent porter leurs fruits à moyen et long termes, la nécessité de stimuler la demande intérieure de l'Union impose à la Commission et au Conseil de renforcer l'investissement pour soutenir la croissance et des emplois de qualité à court terme, ainsi que renforcer le potentiel à moyen terme; observe que les principaux objectifs ont déjà été fixés dans la stratégie Europe 2020 et dans le Pacte pour la croissance et l'emploi approuvé en juin 2012, mais que le financement correspondant doit être renforcé; encourage dès lors les États membres à mettre en place un programme d'investissement pour entraîner une amélioration significative de la conjoncture et de la situation sur les marchés du travail des États membres, comme le préconise la résolution du Parlement européen du 11 septembre 2013 sur la lutte contre le chômage des jeunes: solutions envisageables ;

wijst erop dat structuurhervormingen op de middellange tot lange termijn weliswaar vruchten afwerpen, maar dat de noodzaak om de interne vraag in de EU te stimuleren de Commissie en de Raad ertoe noopt investeringen te stimuleren om groei en hoogwaardige werkgelegenheid op de korte termijn te ondersteunen en het potentieel op de middellange termijn te verbeteren; merkt op dat de voornaamste doelstellingen reeds zijn gedefinieerd in de Europa 2020-strategie en in het in juni 2012 overeengekomen Pact voor groei en werkgelegenheid, maar dat de financiering daarvan nog moet worden opgevoerd; moedigt de lidstaten er daarom toe aan een investeringspakket samen te stellen om op korte termijn te komen tot een beduidende verbetering van de conjunctuur en een gezondere situatie op de arbeidsmarkten van de lidstaten, zoals verwoord in de resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 over „de bestrijding van jeugdwerkloosheid: mogelijke uitwegen” (2013/2045(INI));
souligne que si les réformes structurelles peuvent porter leurs fruits à moyen et long termes, la nécessité de stimuler la demande intérieure de l'Union impose à la Commission et au Conseil de renforcer l'investissement pour soutenir la croissance et des emplois de qualité à court terme, ainsi que renforcer le potentiel à moyen terme; observe que les principaux objectifs ont déjà été fixés dans la stratégie Europe 2020 et dans le Pacte pour la croissance et l'emploi approuvé en juin 2012, mais que le financement correspondant doit être renforcé; encourage dès lors les États membres à mettre en place un programme d'investissement à hauteur de 2 % du PIB de l'Union pour entraîner une amélioration significative de la conjoncture et de la situation sur les marchés du travail des États membres, conformément à la résolution du Parlement européen du 11 septembre 2013 sur la lutte contre le chômage des jeunes: solutions envisageables (2013/2045(INI));

R. overwegende dat de exacte omvang van de mensenhandel in de EU weliswaar nog steeds niet eenvoudig te bepalen is omdat deze vorm van misdaad vaak schuilgaat achter andere vormen van misdaad of niet wordt geregistreerd of onderzocht, dat het totale aantal personen in de lidstaten van de EU dat gedwongen arbeid verricht op 880 000 wordt geraamd, waarvan er naar schatting 270 000 het slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting, en dat de meesten daarvan vrouwen zijn; overwegende dat mensenhandel en slavernij zeer lucratieve vormen van criminaliteit zijn die vaak het werk zijn van grensoverschrijdende misdaadorganisaties; overwegende dat dit fenomeen zich in alle EU-landen voordoet, maar dat niet alle lidstaten de desbetreffende internationale instrumenten hebben geratificeerd, hetgeen de bestrijding van mensenhandel effectiever zou maken; overwegende dat slechts negen lidstaten de bepalingen van Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel volledig hebben omgezet en uitgevoerd, en dat de Commissie de EU-strategie voor de uitroeiing van mensenhandel 2012-2016 nog altijd niet volledig heeft uitgevoerd;
R. considérant que l'ampleur exacte de la traite des êtres humains au sein de l'Union reste encore difficile à déterminer, car elle est souvent cachée sous d'autres formes de criminalité ou n'est pas recensée ni étudiée de façon adéquate; considérant que le nombre total de travailleurs forcés dans les États membres de l'Union est estimé à 880 000, dont 270 000 sont des victimes de l'exploitation sexuelle, les femmes représentant la majorité de ces victimes; considérant que la traite et l'esclavage des êtres humains sont des formes de criminalité très lucratives qui sont souvent contrôlées par des organisations criminelles transnationales; considérant que tous les États membres de l'Union sont touchés mais qu'ils n'ont pas tous ratifié l'ensemble des instruments internationaux pertinents qui pourraient rendre la lutte contre la traite des êtres humains plus efficace; considérant, en particulier, que seuls neuf États membres ont entièrement transposé et mis en œuvre les dispositions de la directive 2011/36/UE concernant la prévention de la traite des êtres humains et la lutte contre ce phénomène et que la Commission n'a toujours pas mis pleinement en œuvre sa stratégie de l'Union en vue de l'éradication de la traite des êtres humains pour la période 2012-2016;

P. overwegende dat de exacte omvang van de mensenhandel in de EU weliswaar nog steeds niet eenvoudig te bepalen is omdat deze vorm van misdaad vaak schuilgaat achter andere vormen van misdaad of niet wordt geregistreerd of onderzocht, dat het totale aantal personen in de lidstaten van de EU dat gedwongen arbeid verricht op 880 000 wordt geraamd, waarvan er naar schatting 270 000 het slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting, en dat de meesten daarvan vrouwen zijn; overwegende dat mensenhandel en slavernij zeer lucratieve vormen van criminaliteit zijn die vaak het werk zijn van grensoverschrijdende misdaadorganisaties; overwegende dat dit fenomeen zich in alle EU-landen voordoet, maar dat niet alle lidstaten de desbetreffende internationale instrumenten hebben geratificeerd, hetgeen de bestrijding van mensenhandel effectiever zou maken; overwegende dat slechts negen lidstaten de bepalingen van de richtlijn van 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel volledig hebben omgezet en uitgevoerd, en dat de Commissie de EU-strategie voor de uitroeiing van mensenhandel 2012-2016 nog altijd niet volledig heeft uitgevoerd;
P. considérant que l'ampleur exacte de la traite des êtres humains au sein de l'Union reste encore difficile à déterminer, car elle est souvent cachée sous d'autres formes de criminalité ou n'est pas recensée ni étudiée de façon adéquate; considérant que le nombre total de travailleurs forcés dans les États membres de l'Union est estimé à 880 000, dont 270 000 sont des victimes de l'exploitation sexuelle, les femmes représentant la majorité de ces victimes; considérant que la traite et l'esclavage des êtres humains sont des formes de criminalité très lucratives qui sont souvent contrôlées par des organisations criminelles transnationales; considérant que tous les États membres de l'Union sont touchés mais qu'ils n'ont pas tous ratifié l'ensemble des instruments internationaux pertinents qui pourraient rendre la lutte contre la traite des êtres humains plus efficace; considérant, en particulier, que seuls neuf États membres ont entièrement transposé et mis en œuvre les dispositions de la directive de 2011 concernant la prévention de la traite des êtres humains et la lutte contre ce phénomène et que la Commission n'a toujours pas mis pleinement en œuvre sa stratégie de l'Union en vue de l'éradication de la traite des êtres humains pour la période 2012-2016;

Volgens de index van 2010 scoorden weliswaar negen lidstaten als de twintig minst corrupte landen ter wereld, maar acht lidstaten scoorden beneden 5 op 10.
Dans l'Indice 2010, alors que neuf États membres se rangeaient parmi les 20 pays les moins corrompus du monde, huit autres obtenaient par contre une note inférieure à 5.

Dit voorstel voor een richtlijn heeft bijgevolg tot doel dringend - en weliswaar met terugwerkende kracht - te voorzien in de noodzakelijke rechtsgrondslag voor de huidige praktijk in deze twee lidstaten, die in dezelfde lijn ligt als deze van negen van de "oude" lidstaten die het stelsel momenteel toepassen tot het in 2005 verstrijkt.
La proposition de directive à l'examen entend, par conséquent, conférer une base juridique, bien évidemment rétroactive et dont la nécessité se fait impérieusement sentir, à une pratique courante dans ces deux pays qui s'inscrit dans le droit fil de la politique appliquée par neuf des "anciens" États membres jusqu'à fin 2005.

De EU kan bijvoorbeeld geen geloofwaardige oproep doen om acties te ondernemen ter ontplooiing van de mogelijkheden van de biotechnologiesector als de maatregelen van de biotechnologierichtlijn van 1998, die gericht zijn op het aanmoedigen van investeringen en van onderzoek en ontwikkeling in deze sector (zie IP/02/1448), meer dan twee jaar na de overeengekomen termijn door negen lidstaten nog steeds niet zijn omgezet.
Par exemple, il n'est pas crédible pour l'UE de préconiser des mesures visant à exploiter le potentiel du secteur de la biotechnologie alors que, plus de deux ans après le délai prévu, neuf États membres n'ont toujours pas mis en œuvre les dispositions de la directive de 1998 sur la biotechnologie visant à encourager les investissements ainsi que la recherche et le développement dans ce secteur (voir IP/02/1448).

Toen de lidstaten eenmaal overeengekomen waren de ouderlijke verantwoordelijkheid onder het verdrag te brengen, rees er immers een bevoegdheidsprobleem, weliswaar niet ten aanzien van kinderen met gewone verblijfplaats in de staat waarvan de rechterlijke instanties bevoegd zijn terzake van de huwelijksband, maar wel ten aanzien van kinderen die gewoonlijk in een andere lidstaat verblijven.
En fait, une fois résolu entre les États membres le problème de l'inclusion de cette manière dans la convention, la difficulté consistait à définir les critères de compétence. En effet, alors qu'il ne se pose pas de problème dans les cas où l'enfant a sa résidence habituelle dans l'État dont les juridictions sont compétentes pour statuer en matière matrimoniale, il n'en va pas de même lorsque la résidence habituelle de l'enfant se situe dans un autre État membre.