Traduction de «lidstaten vastgelegde strategische » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

Strategisch document voor de uitbreiding: verslag over de door de kandidaat-lidstaten geboekte vooruitgang in hun voorbereidingen op de toetreding
Document de stratégie pour l'élargissement : rapport sur les progrès réalisés par chacun des pays candidats sur la voie de l'adhésion

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Onderwijs en beroepsopleiding zijn onontbeerlijk voor de verwezenlijking van de tijdens het door de Europese Raad in Lissabon voor de lidstaten vastgelegde strategische doel, namelijk van de Europese Unie de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie (en -maatschappij) van de wereld te maken.
L'éducation et la formation joueront un rôle décisif dans l'atteinte du but stratégique que se sont fixé les Etats membres lors du Conseil européen de Lisbonne : faire de l'Union européenne l'économie (et la société) de la connaissance la plus compétitive et la plus dynamique du monde.

De via deze strategische aanpak vastgelegde prioriteiten zullen de basis vormen van het jaarprogramma dat voor onderzoek aan het comité van de lidstaten wordt voorgelegd.
Les priorités recensées dans le cadre de cette approche stratégique constitueront la base du programme annuel soumis pour examen au comité des États membres.

De lidstaten gebruiken niet meer dan 8 % van hun totale toewijzing van het nationale programma voor het onderhoud van Unie- en nationale IT-systemen die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening en niet meer dan 8 % voor acties in of met betrekking tot derde landen ter uitvoering van de in bijlage I bij deze verordening vastgelegde strategische prioriteiten van de Unie.
Les États membres n’affectent pas une proportion supérieure à 8 % de l’enveloppe totale allouée à leur programme national aux fins de la maintenance des systèmes informatiques de l’Union et des systèmes informatiques et nationaux contribuant à la réalisation des objectifs du présent règlement, et ils n’affectent pas une proportion supérieure à 8 % de cette enveloppe aux actions concernant les pays tiers ou y étant réalisées qui mettent en œuvre les priorités stratégiques de l’Union énumérées à l’annexe I du présent règlement.

De lidstaten gebruiken niet meer dan 8 % van hun totale toewijzing van het nationale programma voor het onderhoud van Unie- en nationale IT-systemen die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening en niet meer dan 8 % voor acties in of met betrekking tot derde landen ter uitvoering van de in bijlage I bij deze verordening vastgelegde strategische prioriteiten van de Unie.
Les États membres n'affectent pas une proportion supérieure à 8 % de l'enveloppe totale allouée à leur programme national aux fins de la maintenance des systèmes informatiques de l'Union et des systèmes informatiques et nationaux contribuant à la réalisation des objectifs du présent règlement, et n'affectent pas une proportion supérieure à 8 % de cette enveloppe aux actions concernant les pays tiers ou y étant réalisées qui mettent en œuvre les priorités stratégiques de l'Union énumérées à l'annexe I du présent règlement.

De lidstaten gebruiken niet meer dan 8 % van hun totale toewijzing van het nationale programma voor het onderhoud van uniale en nationale IT-systemen die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening en niet meer dan 8 % voor acties in of met betrekking tot derde landen ter uitvoering van de in bijlage I van deze verordening vastgelegde strategische prioriteiten van de Unie.
Les États membres veillent à ne pas affecter une proportion supérieure à 8 % de l'enveloppe totale allouée à leur programme national aux fins de la maintenance des systèmes informatiques européens et nationaux contribuant à la réalisation des objectifs du présent règlement, et veillent également à ne pas affecter une proportion supérieure à 8 % de cette enveloppe aux actions concernant les pays tiers ou y étant réalisées afin de mettre en œuvre les priorités stratégiques de l'Union énoncées à l'annexe 1 du présent règlement.

79. vraagt de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid strategische prioriteiten te ontwikkelen voor het externe klimaatbeleid dat is vastgelegd in de algemene doelstellingen voor het buitenlands beleid, en erop toe te zien dat de EU-delegaties meer aandacht gaan besteden aan het klimaatbeleid, het monitoren van de inspanningen die landen leveren op het vlak van mitigatie en aanpassing, en aan het verlenen van steun voor capaciteitsopbouw, en dat zij over de nodige middelen beschikken om maatregelen in verband met klimaatmonitoring te nemen; roept de EU op om nauwer met de buurlanden en kandidaat-lidstaten samen te werken rond klimaatkwesties, en er bij die landen op aan te dringen hun beleid af te stemmen op de klimaatdoelstellingen van de EU; verzoekt de lidstaten en de EDEO bij de EU-delegaties en de ambassades van de lidstaten aanspreekpunten voor klimaatverandering aan te wijzen;
79. demande à la vice-présidente de la Commission et haute représentante de l'Union pour les affaires étrangères et la politique de sécurité de définir des priorités stratégiques pour la politique extérieure en matière de climat consacrée par les objectifs généraux de politique étrangère, et de veiller à ce que les délégations de l'Union mettent davantage l'accent sur les politiques climatiques, sur le suivi des efforts déployés par les pays pour atténuer le changement climatique ou s'y adapter ainsi que sur l'aide au développement des capacités, et à ce qu'elles disposent des moyens nécessaires pour mener des actions en matière de surveillance du climat; demande à l'Union de coopérer plus étroitement sur les questions climatiques avec les pays voisins et les pays candidats pour les inciter à aligner leurs politiques sur les objectifs de l'Union en la matière; invite les États membres et le service européen pour l'action extérieure à mettre en place des points de contact consacrés au changement climatique dans les délégations de l'Union et les ambassades des États membres;

6. betreurt, in het bijzonder gezien de toenemende externe instabiliteit, dat de in 2013 gegeven politieke impuls niet heeft geleid tot sterkere samenwerking en de inhoudelijke en snelle uitvoering van concrete maatregelen met het potentieel om de uitgesproken ambities te realiseren; meent dat de Unie tot op heden nauwelijks over de vermogens en de operationele en industriële middelen beschikt om op beslissende wijze te kunnen deelnemen aan de preventie en het beheer van internationale crises en om haar strategische autonomie en haar strategische belangen te kunnen waarborgen, overeenkomstig de waarden en normen die zijn vastgelegd in artikel 21 van het Verdrag van Lissabon; verzoekt de lidstaten om dringend concrete maatregelen uit te voeren;
6. estime regrettable, en particulier face au climat de plus en plus instable qui règne aux portes de l'Europe, que l'impulsion politique donnée en 2013 ne se soit pas traduite par un renforcement de la coopération et par la mise en œuvre rapides de mesures concrètes et efficaces, à la hauteur des ambitions énoncées; considère qu'aujourd'hui l'Union ne dispose pas encore des moyens opérationnels, capacitaires et industriels lui permettant de contribuer de manière décisive à la prévention et à la gestion de crises internationales et d'affirmer sa propre autonomie et ses intérêts stratégiques, comme le prévoient les valeurs et les normes inscrites à l'article 21 du traité de Lisbonne; invite les États membres à mettre d'urgence en œuvre des mesures concrètes;

De bijdrage van de Unie aan dergelijke mondiale ruimtevaartondernemingen moet worden vastgelegd in strategische langetermijnplannen (met een looptijd van tien jaar of meer), conform de prioriteiten van het ruimtevaartbeleid van de Unie, en in coördinatie met de lidstaten en interne Europese partners, zoals het ESA, de nationale ruimtevaartagentschappen en indien relevant met internationale partners en met de ruimtevaartagentschappen van ruimtevaartlanden.
La contribution de l'Union à ces projets spatiaux internationaux doit être définie dans des feuilles de route stratégiques à long terme (sur 10 ans ou plus), être alignée sur les priorités de la politique spatiale de l'Union, et s'effectuer en coordination avec les États membres et des partenaires européens tels que l'ASE et les agences spatiales nationales, le cas échéant avec des partenaires internationaux ainsi qu'avec les agences spatiales des nations spatiales.