De lidstaten mogen voorts besluiten dat lid 1, onder e), met betrekking tot familievoordelen niet van toepassing is op onderdanen van derde landen die toestemming hebben gekregen om voor een periode van ten hoogste zes maanden in een lidstaat te werken, op onderdanen van derde landen die voor studiedoeleinden zijn toegelaten, of op onderdanen van derde landen die op basis van een visum toelating hebben om te werken;
En outre, les États membres peuvent décider que le paragraphe 1, point e), relatif aux prestations familiales ne s'applique pas aux ressortissants de pays tiers qui ont été autorisés à travailler sur le territoire d'un État membre pour une période ne dépassant pas six mois, ni aux ressortissants de pays tiers qui ont été admis afin de poursuivre des études ou aux ressortissants de pays tiers qui sont autorisés à travailler sur la base d'un visa;