Ook herinnert het Hof eraan dat hoewel het strafrecht en het strafprocesrecht in beginsel tot de
bevoegdheid van de lidstaten behoren en de „terugkeerrichtlijn” hen de mogelijkheid l
aat om maatregelen, zelfs van strafrechtelijke aard, te treffen, de lidstaten, in het geval waarin dw
angmaatregelen niet hebben geleid tot verwijdering, in elk geval gehouden zijn om hun wetgeving zodanig in te richten dat de eerbie
...[+++]diging van het Unierecht wordt gewaarborgd.
La Cour rappelle également que, si la législation pénale relève en principe de la compétence des États membres et si la directive retour laisse aux États membres la possibilité d'adopter des mesures, même de nature pénale – pour le cas où des mesures coercitives n'auraient pas abouti à l'éloignement –, les États membres sont, en tout état de cause, tenus d'aménager leur législation afin d'assurer le respect du droit de l'Union.