21. stelt vast dat het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 en het aanvullende Verdrag van Brussel van 31 januari 1963 nog steeds van
kracht zijn en niet eenzijdig door de EU kunnen worden opgezegd; bovendien heeft het Europees Parlement in zijn wetgevingsresolutie van 26 februari 2004 ingestemd met het voorstel voor een beschikking van
de Raad, waarbij de lidstaten die verdragsluitende partij zijn bij het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebi
ed van kernenergie, ...[+++]werden gemachtigd het Protocol tot wijziging van dat verdrag te bekrachtigen of daartoe toe te treden, in het belang van de Europese Gemeenschap; 21. observe que la convention de Paris du 29 juillet 1960 et la convention complémentaire de Bruxelles du 31 janvier 1963 demeurent d'application et ne peuvent être abrogées unilatéralement par l'Union européenne; observe en outre que, dans sa résolution législative du 26 février 2004, le Parlement européen a donné son avis conforme sur la propos
ition de décision du Conseil autorisant les États membres qui sont parties contractantes à la convention de Paris du 29 juillet 1960 sur la responsabilité civile dans le domaine de l'énergie nucléaire à ratifier, dans l'intérêt de la Communauté européenne, le protocole portant modification de la
...[+++]dite convention, ou à y adhérer;