Het streeft er naar een algemeen principe in te stellen krachtens hetwelke één enkele toelating volstaat voor het gehele spoorwegnetwerk van de Gemeenschap; minstens streeft het naar een principe van « grensoverschrijdende aanvaarding van de nationale regels » door de lidstaten als grondslag voor de wederzijdse erkenning van voertuigen, meer bepaald wanneer een voertuig reeds in gebruik werd gesteld in een lidstaat.
Il tend à établir un principe général selon lequel une seule autorisation suffit pour l'ensemble du réseau ferroviaire de la Communauté ou, à tout le moins, il tend vers un principe de « l'acceptation croisée des règles nationales » entre États membres comme base de la reconnaissance mutuelle des véhicules, précisément lorsqu'un véhicule a déjà été mis en service dans un État membre.