Voorts moeten de lidstaten aantonen dat de vrijelijk door hen gekozen doelstellingen van algemeen belang coherent en stelselmatig worden nagestreefd. Zij mogen geen maatregelen nemen, faciliteren of gedogen die tegen deze doelstellingen indruisen.
Les États membres doivent démontrer que les objectifs d'intérêt général qu'ils se sont librement fixés sont poursuivis de manière cohérente et systématique, et ils ne doivent pas entreprendre, faciliter ou tolérer des mesures qui entraveraient leur réalisation.