Vertaling van "lidstaat specifieke deskundigheid nodig " (Nederlands → Frans) :

Sommigen vertonen psychiatrische gedragsprobleem, waarvoor specifieke deskundigheid nodig is.
Certains internés présentent des troubles psychiatriques du comportement, dont le traitement requiert une expertise spécifique.

9. benadrukt dat de deelnemende instellingen en organen via hun respectieve begroting de nodige personele en financiële middelen moeten uittrekken voor het ESPAS-systeem, dit in volledige overeenstemming met het Financieel Reglement, en met name artikel 54, sub e), ervan, alsook in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure, ten einde te waarborgen dat deze capaciteit de komende jaren begrotingsneutraal kan worden opgebouwd; onderstreept dat de instellingen van de EU moeten investeren in personeel dat beschikt over specifieke deskundigheid om ten volle bij te dragen aan het analyseren en monitoren van globale trends, alsook over de deskundigheid om opties vast te leggen en beleidsaanbevelingen te doen voor de specifieke behoeften van elke EU-instelling;
9. souligne la nécessité pour les institutions et organismes participants de prévoir, dans leurs budgets respectifs, le personnel et les moyens financiers nécessaires pour le système ESPAS, en respectant pleinement le règlement financier, et notamment son article 54, paragraphe 2, point e), et dans le contexte de la procédure budgétaire annuelle, de façon à garantir que cette capacité puisse être développée sans aucune incidence sur le budget au cours des années à venir; insiste sur la nécessité, pour les institutions européennes, d'investir dans du personnel doté d'une expertise spécifique lui permettant de contribuer pleinement à l'analyse et au suivi des tendances à l'œuvre à l'échelle mondiale, ainsi que de la capacité de dégager des options et de formuler des recommandations politiques adaptées aux besoins particuliers de chaque institution de l'Union;

5. benadrukt dat de deelnemende instellingen en organen via hun respectieve begroting de nodige personele en financiële middelen moeten uittrekken voor het ESPAS-systeem, dit in volledige overeenstemming met het Financieel Reglement, en met name artikel 54, sub e), ervan, alsook in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure, ten einde te waarborgen dat deze capaciteit de komende jaren begrotingsneutraal kan worden opgebouwd; onderstreept dat de instellingen van de EU moeten investeren in personeel dat beschikt over specifieke deskundigheid om ten volle bij te dragen aan het analyseren en monitoren van globale trends, alsook de deskundigheid om opties vast te leggen en beleidsaanbevelingen te doen voor de specifieke behoeften van elke EU-instelling;
5. souligne qu'il est indispensable pour les institutions et organes participants de prévoir, dans leurs budgets respectifs, le personnel et les moyens financiers nécessaires au fonctionnement du système ESPAS, en respectant pleinement le règlement financier, notamment son article 54, paragraphe 2, point e), et dans le contexte de la procédure budgétaire annuelle, de façon à garantir que cette capacité puisse être développée sans aucune incidence sur le budget au cours des années à venir; insiste sur la nécessité, pour les institutions européennes, d'investir dans du personnel doté d'une expertise spécifique lui permettant de contribuer pleinement à l'analyse et au suivi des tendances à l'œuvre à l'échelle mondiale, ainsi que de la capacité de dégager des options et de formuler des recommandations politiques adaptées aux besoins particuliers de chaque institution de l'Union;

Het onderscheid tussen « Lidstaat » en « Verdragsstaat » (letter a) is nodig omdat op technische vlak bepaalde uiteenlopende gegevens (bijvoorbeeld de specifieke spoorbreedte) het een Lidstaat van de OTIF onmogelijk maken Verdragsstaat bij de Bijlagen F en G te zijn. De term « Verdragsstaat » wordt alleen aangewend daar waar een verschil met « Lidstaat » om die redenen opportuun is.
La distinction entre « État membre » et « État partie » (lettre a) s'avère nécessaire étant donné que certaines divergences techniques entre réseaux ferroviaires (par exemple un écartement des voies spécifique) permettent à un État membre de l'OTIF de ne pas être État partie aux appendices F et G. Le terme « État partie » n'est utilisé que là où une distinction par rapport à « État membre » de l'OTIF s'impose pour de telles raisons.

Tegelijkertijd moet dit beleid rekening houden met de specifieke kenmerken van de sector, met name de noodzaak om nationale overheidsinvesteringen te rentabiliseren en om de wetenschappelijke en technische deskundigheid en vaardigheden te valoriseren en te versterken van elke lidstaat.
En même temps, cette politique doit tenir compte des caractéristiques spécifiques du secteur, notamment de la nécessité de rentabiliser les investissements publics nationaux et de valoriser et renforcer l'expertise et les capacités scientifiques et techniques de chaque État membre.

"Het Agentschap stelt een uitwisselingsprogramma op dat de nationale grenswachten die deelnemen aan de Europese grenswachtploegen in staat stelt door samenwerking met grenswachten in een andere lidstaat dan hun eigen lidstaat kennis of specifieke deskundigheid te verwerven van ervaringen en goede werkmethoden in het buitenland".
"L'Agence établit un programme d'échange permettant aux gardes-frontières nationaux qui participent aux équipes européennes de gardes-frontières d'acquérir des connaissances ou un savoir-faire spécifique à partir des expériences et des bonnes pratiques en vigueur à l'étranger, en travaillant aux côtés des gardes-frontières dans un État membre autre que le leur".

6. is van mening dat Europa behoefte heeft aan een samenhangend systeem voor een OO-infrastructuur van wereldklasse zodat de Unie op het terrein van nanowetenschappen en nanotechnologieën concurrerend kan blijven; vestigt er de aandacht op dat, om te kunnen profiteren van eventuele schaalvergroting en gezien de interdisciplinaire en complexe aard van de infrastructuur voor OO in nanotechnologieën, een kritieke financieringsmassa ter beschikking moet zijn, die de middelen van lokale overheden en het bedrijfsleven te boven gaat; erkent echter dat nationaal OO-beleid op kleinere schaal vaak adequater kan reageren op nieuwe mogelijkheden en marktontwikkelingen; dringt er dan ook bij de Commissie en de lidstaten op aan hun OO-inspanningen op dit terrein te intensiveren en te coördineren; het is dan ook aan te bevelen in iedere lidstaat op basis van de specifieke kenmerken van het betrokken land een minimale kritieke massa aan infrastructuur en wetenschappers met specifieke deskundigheid op het gebied van nanowetenschappen en -technologieën te creëren, hetgeen uiteindelijk kan uitmonden in de oprichting van gespecialiseerde kernen van excellentie in een aantal landen met coördinatie op EU-niveau;
6. estime que l'Europe a besoin d'un système cohérent d'infrastructures de R D de rang mondial si l'on veut que l'UE reste compétitive dans le domaine des nanosciences et des nanotechnologies; attire l'attention sur le fait que, pour bénéficier d'éventuelles "économies d'échelle" et compte tenu du caractère interdisciplinaire et complexe de ce secteur, les infrastructures de R D dans le domaine des nanotechnologies requièrent une masse critique de ressources qui dépassent les moyens des pouvoirs publics et des entreprises au niveau local; reconnaît par ailleurs que les politiques nationales de R D, conduites à plus petite échelle, sont souvent mieux à même de réagir de manière adéquate à l'évolution des débouchés et aux tendances du marché; invite dès lors instamment la Commission et les États membres à renforcer et à coordonner leurs efforts de R D dans ce domaine; recommande, à cet effet, la création d'une masse critique minimum de scientifiques et d'infrastructures dans chacun des États membres, spécialisés précisément dans les nanosciences et les nanotechnologies, sur la base des particularités de chaque État, de manière à aboutir finalement à la création de centres d'excellence spécialisés dans certains pays, qui seront coordonnés au niveau de l'Union européenne;

6. is van mening dat Europa behoefte heeft aan een samenhangend systeem voor een OO-infrastructuur van wereldklasse zodat de Unie op het terrein van nanowetenschappen en nanotechnologieën concurrerend kan blijven; vestigt er de aandacht op dat, om te kunnen profiteren van eventuele schaalvergroting en gezien de interdisciplinaire en complexe aard van de infrastructuur voor OO in nanotechnologieën, een kritieke financieringsmassa ter beschikking moet zijn, die de middelen van lokale overheden en het bedrijfsleven te boven gaat; erkent echter dat nationaal OO-beleid op kleinere schaal vaak adequater kan reageren op nieuwe mogelijkheden en marktontwikkelingen; dringt er dan ook bij de Commissie en de lidstaten op aan hun OO-inspanningen op dit terrein te intensiveren en te coördineren; beveelt dan ook aan in iedere lidstaat volgens de specifieke kenmerken van het betrokken land een minimale kritieke massa aan infrastructuur en wetenschappers met specifieke deskundigheid op het gebied van nanowetenschappen en -technologieën te creëren, hetgeen uiteindelijk kan uitmonden in de oprichting van gespecialiseerde centra van excellentie in een aantal landen met coördinatie op EU-niveau;
6. estime que l'Europe a besoin d'un système cohérent d'infrastructures de R D de rang mondial si l'on veut que l'Union reste compétitive dans le domaine des nanosciences et des nanotechnologies; attire l'attention sur le fait que, pour bénéficier d'éventuelles économies d'échelle et compte tenu du caractère interdisciplinaire et complexe de ce secteur, les infrastructures de R D dans le domaine des nanotechnologies requièrent une masse critique de ressources qui dépassent les moyens des pouvoirs publics et des entreprises au niveau local; reconnaît, par ailleurs, que les politiques nationales de R D, conduites à plus petite échelle, sont souvent mieux à même de réagir de manière adéquate à l'évolution des débouchés et aux tendances du marché; invite dès lors instamment la Commission et les États membres à renforcer et à coordonner leurs efforts de R D dans ce domaine; recommande à cet effet la création, dans chaque État membre et conformément à ses particularités, d'une masse critique minimale de scientifiques et d'infrastructures spécialisés dans les nanosciences et les nanotechnologies, de manière à aboutir finalement à la création de centres d'excellence spécialisés dans certains pays, qui seraient coordonnés au niveau de l'Union;