4. beklemtoont dat lidstaten niet onterecht het opstellen van een advies van de Commissie ten aanzien van potentiële kandidaat-lidstaten die een aanvraag voor lidmaatschap hebben ingediend, dienen te vertragen, en dringt er bij de Raad en de Commissie op aan de huidige en toekomstige aanvragen voor lidmaatschap met de nodige snelheid te verwerken;
4. souligne que les États membres ne doivent pas retarder indûment l'élaboration de l'avis de la Commission concernant les pays candidats potentiels qui ont présenté une demande d'adhésion, et invite instamment le Conseil et la Commission à traiter avec toute la diligence qui convient les demandes d'adhésion récemment présentées, ainsi que celles à venir;