«
Behalve de door de Koning in uitvoering van § 3 bepaalde vermeldingen, worden op de voorzijde van de identiteitskaart die bedoeld wordt in het eerste lid, in he
t bovenste gedeelte daarvan, enerzijds het woord « Belgie » en anderzijds de woorden « identiteitskaart », « identiteitskaart voor vreemdeling » of « verblijfkaart voor vreemdeling » aangebracht, naargelang de houder van de kaart respectievelijk de hoedanigheid heeft van Belg, onderdaan van een Staat die geen lid is van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte, o
f onderdaa ...[+++]n van een Lid-Staat van deze Unie of deze Ruimte.
« Outre les mentions déterminés par le Roi en exécution du § 3, sont apposés au recto de la carte d'identité visée à l'alinéa 1 , dans la partie supérieure de celle-ci, les mots `Belgique' d'une part et `carte d'identité', `carte d'identité d'étranger' ou carte de séjour d'étranger' d'autre part, selon que son titulaire a la qualité respectivement de Belge, de ressortissant d'un État non-membre de l'Union européenne ou de l'Espace économique européen ou de ressortissant d'un État membre de cette Union ou de cet Espace.