Deze richtlijn legt de lidstaten een minimumstandaard van bescherming van de consument op voor de gevallen waarin door een verkoper aan een consument verkochte consumptiegoederen (in globo gedefinieerd als roerende lichamelijke zaken, waartoe uiteraard ook autovoertuigen behoren), niet zouden overeenstemmen met het in de overeenkomst bepaalde.
Cette directive impose aux Etats membres un socle minimal de protection du consommateur dans les cas où des biens de consommation (définis globalement comme tout objet mobilier corporel, dont, évidemment, les véhicules automobiles font partie), dans les contrats conclus entre un vendeur et un consommateur, ne correspondraient pas aux spécifications du contrat.