In de gevallen bedoeld in artikel XI. 37, § 1, 2° en 3°, wordt de aanvraag
voor een gedwongen licentie gegrond verklaard indien de houder van het heersend octrooi noch de afhankelijkheid van het octrooi of van het kwekersrecht van de aanvra
ger van de licentie betwist, noch zijn geldigheid, noch het feit dat de uitvinding of het plantenras een aanzienlijke tec
hnische vooruitgang betreft, van aanmerkelijke economische betekenis verge
...[+++]leken met de in het heersend octrooi beschreven uitvinding.
Dans les cas visés à l'article XI. 37, § 1 , 2° et 3°, la demande de licence obligatoire est déclarée fondée si le titulaire du brevet dominant ne conteste ni la dépendance du brevet ou du droit d'obtention végétale du demandeur de la licence, ni sa validité, ni le fait que l'invention ou la variété permet un progrès technique important, d'un intérêt économique considérable, par rapport à l'invention revendiquée dans le brevet.