2. wijst er andermaal op dat het onvoorwaardelijk tegen de doodstraf gekant is en dat de Unie van mening is dat de afschaffing van de doodstraf een bijdrage levert aan de menselijke waardigheid en de geleidelijke verbetering van de mensenrechten; beklemtoont tevens dat de Unie thans verder gaat dan deze overtuiging en de afschaffing van de doodstraf voor zichzelf en voor derde landen van toepassing acht;
2. répète son opposition radicale à la peine de mort et rappelle que l'Union européenne considère que l'abolition de la peine de mort contribue au renforcement du respect de la dignité humaine et au développement progressif des droits de l'homme; souligne, dans le même temps, que l'UE va maintenant plus loin et préconise l'abolition pour elle-même et pour les autres pays;