Overwegende dat bij Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85 (5), ten aanzien van klassieke varkenspest de voorwaarden zijn vastgesteld waaraan voor het intracommunautaire handelsverkeer bestemde levende varkens moeten voldoen;
considérant que la directive 64/432/CEE du Conseil, du 26 juin 1964, relative à des problèmes de police sanitaire en matière d'échanges intracommunautaires d'animaux des espèces bovine et porcine (4), modifiée en dernier lieu par le règlement (CEE) no 3768/85 (5), a précisé les garanties auxquelles doivent satisfaire en matière de peste porcine classique les porcs vivants destinés aux échanges intracommunautaires;