F. overwegende dat het recht op leven is verankerd in artikel 3 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens van de Verenigde Naties en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; dat het recht op leven niet alleen betekent dat de overheid niemand op willekeurige wijze van het leven mag beroven, maar ook de plicht voor de overheid met zich meebrengt om de burger te beschermen tegen het verlies van leven dat te voorkomen is, ook en in het bijzonder tegen kraamvrouwensterfte,
F. considérant que le droit à la vie est inscrit à l'article 3 de la Déclaration universelle des droits de l'homme et dans la convention internationale relative aux droits civils et politiques, ainsi que dans la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne; que ce droit suppose que les gouvernements s'abstiennent de tout meurtre arbitraire et entraîne l'obligation pour tout gouvernement de protéger les citoyens d'une mort qui peut être évitée, notamment le décès maternel,