Dikwijls is deze ondervertegenwoordiging veeleer uitgesproken, zodat er niet meer sprake kan zijn van een tijdelijk onevenwicht, maar wel van een bewust beleid om de pariteitsregel niet na te leven. Globaal genomen komen we daardoor uit op een verhouding van 60 F en 40 N. Een duidelijke scheeftrekking, hoewel nog niet erg flagrant.
Globalement, on arrive à un ratio 60 F/40 N. Une distorsion claire, bien qu'elle ne soit pas encore particulièrement flagrante.