Luidens artikel 20bis, § 1, eerste lid, van de wet betreffende de voorlopige hechtenis kan de procedure van onmiddellijke verschijning enkel worden toegepast wanneer aan twee voorwaarden is voldaan : enerzijds, moet het feit worden « gestraft met een correctionele hoofdgeva
ngenisstraf van een jaar die overeenkomstig de wet van 4 oktober 1867 inzake de verzacht
ende omstandigheden tien jaar niet te boven gaat »; anderzijds, moet het gaan om een op heterdaad ontdekt misdrijf of om bezwaren die binnen de maand volgend op het plegen van h
...[+++]et misdrijf worden aangevoerd en die toereikend zijn om de zaak aan de rechter ten gronde voor te leggen.
Aux termes de l'article 20bis, § 1, alinéa 1, de la loi relative à la détention préventive, la procédure de comparution immédiate ne peut s'appliquer que lorsque deux conditions sont réunies : d'une part, le fait doit être « punissable d'un emprisonnement correctionnel principal d'un an sans excéder dix ans en application de la loi du 4 octobre 1867 sur les circonstances atténuantes »; d'autre part, ou bien l'infraction est flagrante ou bien des charges suffisantes pour soumettre l'affaire au juge du fond peuvent être réunies dans le mois de la commission de l'infraction.