Door de schenking onder de opschortende voorwaarde van het overlijden van de schenker met het oog op de heffing van het successierecht als een legaat te beschouwen, heeft de decreetgever niets anders gedaan, zoals blijkt uit B.7.3, dan de bepalingen inzake registratie- en successierechten beter afstemmen op de oorspronkelijke doelstelling ervan.
En assimilant à un legs la donation faite sous la condition suspensive du décès du donateur, en vue de la perception des droits de succession, le législateur décrétal, comme le révèle le B.7.3, n'a fait que rendre le plus conformes possible à leur objectif initial les dispositions en matière de droits d'enregistrement et de succession.