Binnen het kader worden lidstaten aangemoedigd om hun programma's voor leerlingenplaatsen op een partnerschapgerichte aanpak te stoelen, waarbij werkgevers, vakbonden en andere belangrijke belanghebbenden, zoals instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding, maar ook jongeren- en ouderorganisaties, worden betrokken.
Le cadre encourage les États membres à fonder leurs programmes d'apprentissage sur une stratégie de partenariat associant les employeurs, les syndicats et les autres protagonistes (par exemple les établissements d'enseignement et de formation professionnels ainsi que les associations d'élèves et de parents).