6. wijst erop dat de landbouw altijd publieke goederen heeft geproduceerd die in de huidige context „publieke goederen van de eerste generatie” worden genoemd; onderstreept dat het hierbij gaat om voedselveiligheid en voedselzekerheid alsook om de hoge voedingswaarde van de landbouwproducten die de belangrijkste bestaansgrond van he
t gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten blijven, aangezien zij de essentie van het GLB uitmaken en het belangrijkste punt van zorg van de Europese burger zijn; merkt op dat de meer recente „publieke goederen van de tweede generatie”, zoals milieu, ruimtelijke ordening en dierenwelzijn, weliswaar ook doelst
...[+++]ellingen van het GLB zijn, doch slechts complementair zijn aan de „goederen van de eerste generatie” en deze bijgevolg niet mogen vervangen; 6. rappelle que l'agriculture a toujours produit des biens publics qui, dans le contexte actuel, sont désignés «biens publics de première génération»; insiste sur la sécurité et la sûreté alimentaires, ainsi que sur la haute valeur nutritionnelle des produits agricoles, qui doivent demeurer la principale raison d'êtr
e de la politique agricole commune, correspondant à l'essence de la PAC et constituant la principale préoccupation des citoyens européens; les biens publics mentionnés les plus récents, ceux de «deuxième génération», l'environnement, l'aménagement du territoire ou le bien-être animal, qui sont aussi des objectifs de la PAC,
...[+++] sont complémentaires des biens de première génération, et ne doivent donc pas se substituer aux premiers;