beschikken over een erkend reisdocument dat als identiteitsbewijs kan dienen : bijvoorbeeld reispas, identiteitskaart, laissez-passer van de Verenigde Naties, .: het betekent dat de houder ook terug kan naar zijn land van herkomst.
disposer d'un document de voyage agréé pouvant servir de preuve de l'identité : par exemple un passeport, une carte d'identité, un laissez-passer des Nations unies .: cela signifie que le porteur peut aussi retourner dans son pays d'origine.