(26) Aangezien wordt overgegaan naar een markt waarop volledige mededinging heerst en ten einde te waarborgen dat kruissubsidies van de universele dienst naar niet-universele diensten geen negatieve uitwerking op het concurrentievoordeel van de laatste hebben, is het aangewezen van de lidstaten te blijven verlangen dat zij de verplichting handhaven dat leveranciers van de universele dienst gescheiden en transparante boekhoudingen moeten voeren, met dien verstande dat deze verplichting aan de nieuwe situatie dient te worden aangepast.
(26) Dans la perspective du passage à un environnement de marché pleinement concurrentiel, et afin que les subventions croisées du service universel à des prestations ne relevant pas du service universel n'aient pas d'effet néfaste sur les avantages concurrentiels de ces dernières, il convient de continuer à exiger des États membres qu’ils maintiennent l’obligation faite aux prestataires du service universel de tenir une comptabilité séparée transparente, sous réserve des adaptations nécessaires.