Traduction de «laaggeschoolde bevolking » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

laaggeschoolde | laaggeschoolde werknemer | laagopgeleide werknemer
personne ayant un faible niveau de compétences | travailleur faiblement qualifié | travailleur peu qualifié

autochtone bevolking [ Aboriginal | Eskimo | inboorling | Indiaan | inheemse bevolking | Inuit | Lappen | Samen | volksstam ]
population autochtone [ aborigène | esquimau | indien | indigène | peuple autochtone | peuple lapon | population indigène | samer ]

samenstelling van de bevolking [ bevolkingsstructuur ]
composition de la population [ structure de la population ]

bevolking in de beroepsgeschikte leeftijd | bevolking in de werkende leeftijd | bevolking van 15-64 jaar
population en âge de travailler

gevestigde bevolking | residerende bevolking | ter plaatse gevestigde bevolking | woonbevolking
population de résidence habituelle | population résidente

laaggeschoold
peu scolarisé

laaggeschoolde jongere
jeune moins qualifié

bevolkingsstatistiek [ bevolkingsomvang | demografische indicator | demografische statistiek | statistiek van de bevolking ]
statistique démographique [ dimension de la population | indicateur démographique ]

telling van de bevolking
recensement de population

populatie | bevolking
population | population

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

1. De stabiliteit van de armoederisicograad in België verbergt een onderliggende dynamiek waarbij de armoede bij ouderen afneemt maar deze van de laaggeschoolde bevolking op actieve leeftijd toeneemt.
1. La stabilité du taux de risque de pauvreté en Belgique dissimule une dynamique sous-jacente caractérisée par une réduction de la pauvreté des aînés et une augmentation de la pauvreté de la population d'âge actif peu qualifiée.

Bovendien is de volwassen bevolking relatief laaggeschoold.
De plus, les niveaux d'instruction de la population adulte sont relativement modestes.

16. vestigt de aandacht van de lidstaten en de Commissie erop dat er na 2020, hoewel er steeds minder mensen in de werkende leeftijd zullen zijn, een beleid van actieve insluiting voor de betrokkenen nodig zal zijn en dat er alsmaar meer om banen zal worden gestreden omdat de particuliere sector steeds minder werk zal bieden aan thans relatief laaggeschoolden; wijst erop dat zelfs in sommige zeer rijke lidstaten (bijvoorbeeld Denemarken en Luxemburg) een zorgwekkende toename van de langdurige werkloosheid waarneembaar is (haast 12 miljoen mensen in de EU staan te boek als langdurig werkloos, wat neerkomt op 5 % van de beroepsbevolking, en 59 % van hen zit al twee jaar zonder werk); verzoekt de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, praktische oplossingen te zoeken om bijzonder laaggeschoolde of ongeschoolde werknemers overbruggend werk te verschaffen en/of hen te helpen weer werk te vinden, wat een nieuwe aanpak vergt, samen met niet alleen strategieën voor de lange termijn maar ook maatregelen op korte termijn, zoals vormen van inkomensondersteuning, om de sociale uitsluiting van de meest kansarme groepen te voorkomen, en een aanpassing van bestaande instrumenten, zoals het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het ESF, om permanente langdurige werkloosheid, een herhaling van de recente vlucht van de bevolking – en met name van mensen boven de 50 jaar en jongeren – naar meer ontwikkelde regio's, en een aanhoudende toename van die uitstroom te voorkomen; verzoekt de Commissie na te gaan in hoeverre banen in de particuliere sector openstaan voor bijzonder laaggeschoolden, en aan te geven welke nieuwe banen waarvoor geen opleiding vereist is, op korte termijn tot 2020 kunnen worden geschapen;
16. fait remarquer aux États membres et à la Commission qu'après 2020, malgré la baisse de la population active, des politiques actives d'inclusion resteront nécessaires et que l'on observera une concurrence accrue pour les emplois, ainsi qu'un recul du nombre de postes proposés par le secteur privé aux travailleurs moins qualifiés; rappelle que, même dans certains des États membres les plus riches (par exemple le Danemark et le Luxembourg), le chômage de longue durée connaît également une croissance alarmante (près de 12 millions de personnes dans l'Union européenne sont considérées comme étant au chômage de longue durée, ce qui correspond à 5 % de la population active, 59 % de ces personnes étant sans emploi depuis deux ans); invite la Commission, en coopération avec les États membres, à rechercher des solutions pratiques pour augmenter le niveau d'emploi des travailleurs particulièrement peu qualifiés et non qualifiés et à les aider à retrouver du travail, ce qui nécessitera une nouvelle approche, accompagnée non seulement de stratégies à long terme, mais également de mesures à court terme, telles que des formes d'aide au revenu pour éviter l'exclusion sociale des catégories plus défavorisées, ainsi qu'une adaptation des instruments existants, tels que le Fonds européen de développement régional ou le Fonds social européen, pour prévenir le chômage de longue durée, une recrudescence des flux récents de population vers des régions plus développées, notamment chez les plus de 50 ans et chez les jeunes, ainsi que l'augmentation continue de ce flux; demande à la Commission d'évaluer l'accessibilité aux emplois du secteur privé pour les travailleurs très faiblement qualifiés, et de déterminer les nouveaux emplois non qualifiés qui pourraient être créés à court terme d'ici 2020;

G. overwegende dat volgens onofficiële ramingen op een bevolking van zo'n 4,5 miljoen burgers 600.000 à 1 miljoen Moldaviërs in het buitenland werken van wie het overgrote deel als laaggeschoolde arbeiders in slecht betaalde banen; overwegende dat derhalve verdere visumfacilitatie en -liberalisering voor de Moldavische burgers van bijzonder belang is,
G. considérant, selon des estimations non officielles, que sur une population d'environ 4,5 millions d'habitants, entre 600 000 et un million de Moldaves travaillent à l'étranger et que la plupart exercent des emplois peu rémunérés et peu qualifiés; que pour cette raison, il est particulièrement important pour les citoyens moldaves que la délivrance des visas soit davantage facilitée et libéralisée,

33. is van mening dat, om met name meer laaggeschoolde en oudere werknemers ertoe te brengen dat ze gedurende hun gehele levensloop opleidingen blijven volgen en zich op de werkplek bijscholen, efficiënte strategieën voor ‘levenslang leren’ een tegenwicht kunnen vormen voor de negatieve effecten op de arbeidsmarkten van een vergrijzende Europese bevolking; is echter van mening dat een vastbesloten poging moet worden ondernomen om de basisvaardigheden van jongeren te vergroten, het voortijdig verlaten van school en de onderontwikkeling van vaardigheden in het algemeen drastisch te beperken, en de sociale integratie en de integratie op de arbeidsmarkt van migranten en gehandicapten te verbeteren, vooral door de ontwikkeling van vaardigheden te stimuleren;
33. est d'avis que, dans la perspective d'une participation accrue aux formations continues et sur le lieu de travail pendant toute la durée de la vie, spécialement pour les travailleurs peu qualifiés et âgés, des stratégies efficaces d'apprentissage tout au long de la vie peuvent contrebalancer l'impact négatif du vieillissement de la population de l'Union européenne sur les marchés du travail; considère cependant qu'un effort déterminé doit être fait pour relever les qualifications de base des jeunes, réduire fortement le nombre des décrochages scolaires et la sous-qualification en général et renforcer l'intégration sociale et dans le milieu du travail des travailleurs migrants et des personnes handicapées, notamment en encourageant le développement des compétences;

Deze ontwikkelingen treffen in het bijzonder de meest kwetsbare lagen van de bevolking, met name de laaggeschoolde werknemers.
Ces évolutions frappent plus particulièrement les populations les plus vulnérables, notamment les travailleurs peu qualifiés.

In regio's met een achterstand zal de verbetering van de werkgelegenheidsprestaties grotendeels afhangen van de mate waarin deze regio's hun arbeidspotentieel kunnen maximaliseren en nieuw menselijk kapitaal kunnen aantrekken. In de periode 1996-2000 nam de bevolking in de arbeidsgeschikte leeftijd jaarlijks met circa 0,2% af in regio's met een geringe werkgelegenheidsgroei, terwijl de bevolking in regio's met een sterke groei jaarlijks met 0,5% toenam. Deze dynamiek wordt ook weerspiegeld in een stijging van het gemiddelde vaardigheidsniveau, dat sneller steeg in regio's waar de werkgelegenheid en de bevolkingsgroei betrekkelijk hoger waren. In 2000 was meer dan de helft van de bevolking in de arbeidsgeschikte leeftijd laaggeschoold in regio's met een lage werkgelegenheid, tegen minder dan een kwart in regio's met een hoge werkgelegenheid.
Dans les régions souffrant d'un retard, l'amélioration des performances en matière d'emploi dépendra largement de la capacité à maximiser les ressources de main-d'oeuvre potentielles et aussi à attirer un nouveau capital humain. Dans les régions où la croissance de l'emploi est faible, la population en âge de travailler s'est réduite de quelque 0,2 % par an sur la période 1996-2000, tandis que les régions où la croissance de l'emploi est forte ont connu un taux d'accroissement annuel de la population de 0,5 %. Ces variations se reflètent également dans une augmentation des qualifications moyennes plus rapide dans les régions où les taux de croissance de l'emploi et de la population ont été comparativement plus élevés. En 2000, plus de la moitié de la population en âge de travailler dans les régions où le taux d'emploi est faible est peu qualifiée, contre moins d'un quart dans les régions où il est élevé.

Het aantal jongeren in de werkende bevolking dat als laaggeschoold wordt beschouwd (geen secundair onderwijs) lijkt te dalen maar blijft aanzienlijk.
Le nombre de personnes considérées comme peu qualifiées (c'est-à-dire qui ont suivi un enseignement inférieur à l'enseignement secondaire supérieur) semble diminuer mais demeure substantiel.