3. Indien geen hoofd van een eenheid of sector aanwezig is of geen ambtenaar is aangewezen, wordt hij of zij vervangen door de in de eenheid of sector in kwestie aanwezige ambtenaar met de hoogste rang, en, bij gelijke rang, met het hoogste aantal dienstjaren in die rang, of, bij een gelijk aantal dienstjaren, door de oudste in leeftijd.
3. À défaut d’un chef d’unité ou de secteur présent ou de la désignation d’un fonctionnaire, la suppléance est exercée par le fonctionnaire présent dans cette unité ou ce secteur ayant le grade le plus élevé et, à grade égal, la plus grande ancienneté dans le grade et, à ancienneté égale, le plus âgé.