Art. 7. § 1. Melk afkomstig van een melkproductiebedrijf waarvan de melk bij de controle van de kwaliteit gedurende vier opeenvolgende maanden niet heeft voldaan aan de norm voor kiemgetal of aan de norm voor het aantal somatische cellen zoals bedoeld in artikel 4, mag niet meer geleverd worden aan noch opgehaald worden voor een levensmiddelenbedrijf van zodra de exploitant van het melkproductiebedrijf op de hoogte gesteld wordt of op de hoogte kan zijn van het vierde ongunstige maandresultaat.
Art. 7. § 1. Le lait provenant d'une exploitation de production de lait dont le lait, lors du contrôle de la qualité, n'a pas satisfait durant 4 mois consécutifs à la norme pour la teneur en germes ou à la norme pour la teneur en cellules somatiques visée à l'article 4, ne peut plus être livré à une entreprise du secteur alimentaire ni être collecté pour une entreprise du secteur alimentaire à partir du moment où l'exploitant de l'exploitation de production de lait est informé ou est susceptible d'être informé du quatrième résultat mensuel défavorable.