Duitsland merkt op dat, zoals in overweging 28 werd uiteengezet, § 8c (1a) KStG geen dergelijk selectief voordeel vormt. Deze argumentatie is op de drie volgende overwegingen gebaseerd:
Comme exposé au considérant 28, l’Allemagne fait valoir que la disposition en cause n’entraîne pas un tel avantage sélectif. À l’appui de cet argument, elle invoque les trois motifs suivants: