De opdrachtgever van de betaling op een zichtrekening van een bedrag als bedoeld in de artikelen 1409 en 1410, §§ 1, 2· tot 8·, en 2, deelt de in § 3 bedoelde code mee aan zijn financiële instelling, die hem op haar beurt meedeelt aan de kredietinstelling waarbij die zichtrekening aangehouden wordt.
Le donneur d’ordre d’un paiement sur un compte à vue d’un montant visé aux articles 1409 et 1410, §§ 1 , 2· à 8·, et 2, communique le code visé au § 3 à son organisme financier, qui le communique à son tour à l’établissement de crédit auprès duquel ce compte à vue est ouvert.