Kortom : de door Frankrijk naar voren geschoven redenen om de heer Fretté een adoptie te weigeren, lijken objectief en redelijk van aard; het aan de kaak gestelde verschil in behandeling is niet discriminerend in de zin van artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
En bref, la justification avancée par la France pour refuser à M. Fretté l'adoption paraît objective et raisonnable et la différence de traitement litigieuse n'est pas discriminatoire au sens de l'article 14 de la Convention européenne des droits de l'homme.