Krachtens artikel 5 van de wet van 1 mei 1913 « op het krediet der kleinhandelaars en ambachtslieden en op de interesten wegens vertraagde betaling » verjaart de eis tot betaling van de schuldvorderingen van kooplieden, wegens koopwaren die zij verkopen aan personen die geen koopman zijn, « door verloop van één jaar te rekenen van het burgerlijk jaar binnen hetwelk de koopwaren werden verkocht ».
En vertu de l'article 5 de la loi du 1 mai 1913 « sur le crédit des petits commerçants et artisans et sur les intérêts moratoires », l'action en paiement des créances des marchands, pour les marchandises qu'ils vendent aux particuliers non marchands, se prescrit « par un an à dater de l'expiration de l'année civile dans le cours de laquelle les marchandises ont été vendues ».