« Art. 8. De Koning oefent de bij deze wet bepaalde bevoegdheden uit, na advies van het algemeen beheersorgaan en, naargelang van de in artikel 2 bepaalde opdrachten, na advies door de terzake bevoegde bijzondere beheerscomités».
« Art. 8. Le Roi exerce les compétences, visées par la présente loi, après avis de l'organe de gestion général et, en fonction des missions visées à l'article 2, après avis des comités de gestion spéciaux compétents».