16. constateert dat ook bij humanitaire hulpverlening het gevaar bestaat dat deze direct of indirect voor oorlogsdoeleinden wordt misbruikt of niet de burger
bevolking ten goede komt en dat daarom inschakeling van het leger, indien niet abs
oluut noodzakelijk, dient te worden
vermeden; wijst er daarom op dat het van essentieel belang is dat de EU-delegaties alle vormen van hulpverlening aan landen die bij conflicten betrokken zijn, voortdurend en nauwgezet in de gaten houde
...[+++]n; acht het daarom van groot belang dat de EU-bureaus ter plaatse de beschikking krijgen over daartoe benodigd kundig personeel;
16. constate qu'il existe un risque que même l'aide humanitaire soit directement ou indirectement détournée à des fins militaires ou ne parvienne pas à la population civile et que, pour cette raison, la participation de militaires à ce type d'aide est à éviter lorsqu'elle n'est pas absolument indispensable, souligne dès lors l'importance cruciale de l'exercice permanent, par les délégations de l'UE, d'un contrôle étroit de toute aide octroyée aux pays en guerre, et estime par conséquent qu'il est essentiel de doter les bureaux locaux de l'UE du personnel et des compétences nécessaires à l'accomplissement de cette tâche;