o het passend karakter van het integriteitsbeleid van de onderneming, in de mate dat dit beleid betrekking heeft op de gedragsregels (bv. verstrekking van informatie aan de verzekeringnemers, de verzekerden en de begunstigden van verzekeringsovereenkomsten, bescherming van hun privéleven, non-discriminatie, misbruik van voorkennis en koersmanipulatie, deontologische bepalingen);
o l'adéquation de la politique d'intégrité de l'entreprise en ce qu'elle touche aux règles de conduite (e.g. information des preneurs d'assurances, des assurés et des bénéficiaires des contrats d'assurances,, protection de leur vie privée, non-discrimination, délit d'initié et manipulation de cours, dispositions déontologiques);