Volgens een logische redenering kan men zeggen dat onder een bepaalde minimumdrempel (die effectief op 20 reizigers per trein tijdens de daluren werd vastgelegd) het bestaan van een klokvaste lijn terug in vraag kan worden gesteld in de mate dat de klant via andere alternatieven kan worden vervoerd, namelijk met andere klokvaste of piekuurtreinen.
La logique consiste en effet à dire que, en dessous d'un certain seuil minimum d'occupation (fixé effectivement à 20 voyageurs par train en heures creuses), l'existence même d'une relation cadencée peut être remise en question dans la mesure où d'autres alternatives permettent d'acheminer la clientèle, que ce soit par d'autres trains cadencés ou de pointe.