Is een belastingplichtige strafbaar indien hij in België goederen levert aan een instelling die om de vrijstelling vraagt bedoeld in het hierboven geciteerde artikel 15 (10) van de richtlijn 77/388/EEG wanneer zijn klant bestelbons voorlegt die formeel weliswaar voldoen, maar die na grondiger onderzoek uitwijzen dat de klant de vrijstelling van BTW ten onrechte aanvraagt ?
Lorsqu'un assujetti belge livre en Belgique des marchandises à un organisme demandant l'application visée à l'article cité ci-dessus et à l'article 15 (10) de la directive 77/388/CEE, cet assujetti est-il passible de sanctions si son client produit des bons de commande valables quant à la forme, mais qu'une analyse plus poussée fait apparaître que ce client exige à tort l'exemption de la TVA ?