Art. 3. § 1. Als de ouders van het kind niet samenwonen en gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen in de zin van artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek, kan de zelfstandige waarbij het kind daadwerkelijk woont gedurende zijn aandoening, ook aanspraak maken op de uitkering.
Art. 3. § 1. Si les parents de l'enfant ne cohabitent pas et exercent conjointement l'autorité parentale au sens de l'article 374 du Code civil, le travailleur indépendant chez qui l'enfant réside effectivement pendant sa maladie peut également prétendre à l'allocation.