Art. 36. § 1. Met toepassing van artikel 31, § 3, van het decreet, wanneer een erkende adoptiedienst over geen kandidaat-adoptant op zijn wachtlijst beschikt om een antwoord te geven op een voorstel van een kind, brengt hij de C.A.G. daar op de hoogte van en stuurt hij haar het voorstel van een kind bedoeld in artikel 35, tweede lid.
Art. 36. § 1 . En application de l'article 31, § 3, du décret, lorsqu'un O.A.A. n'a aucun candidat adoptant sur sa liste d'attente pour répondre à une proposition d'enfant, il informe l'A.C.C. et lui envoie la proposition d'enfant visée à l'article 35, alinéa 2.