11. De lidstaten kunnen ervoor kiezen om internationaal actieve personenvennootschappen, eenmanszaken of andere fiscaal transparante of hybride lichamen van de proefregeling uit te sluiten, ook al vallen zij ten dele onder de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen.
11. Les États membres ont la faculté d’en exclure les sociétés de personnes et entreprises individuelles opérant à l'échelle internationale, de même que les autres entités hybrides ou fiscalement transparentes, même si ces entreprises sont en partie couvertes par la définition des petites et moyennes entreprises.