Op het vlak van het kiesrecht lijken de verdragsrechtelijke bepalingen zich echter niet op dezelfde manier als de artikelen 10 en 11 van de Grondwet te verzetten tegen een verschil in behandeling, als die ertoe strekt een feitelijke ongelijkheid op dat vlak ongedaan te maken.
En ce qui concerne le droit électoral, les dispositions conventionnelles ne semblent toutefois pas s'opposer de la même manière que les articles 10 et 11 de la Constitution à une différence de traitement dès lors que celle-ci tend à mettre un terme à une inégalité de fait dans ce domaine.